Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar nu komt het [7]aan u, en gij [8]zijt verdrietig; het raakt tot u, en gij wordt beroerd. 7. Te weten, het kwaad der straf, in hetwelk, als gij anderen placht gesteld te zien, gij dezelve onderwezen, gesterkt, vermaand en getroost hebt; daarom is het wonder dat gij dit nu aan uzelven niet weet te doen. 8. Of, bezwijkt; te weten, onder den last des lijdens.